Home Peri Rossi Index
De dankbaarheid is onverzadigbaar
De gevallen engel
Ik heb vertaald uit: Cristina Peri Rossi, Una pasión prohibida, tweede druk, Barcelona 1987. Bij Seix Barral. Het copyright op het verhaal berust bij de auteur.

De originele titel luidt: 'La parábola del deseo'
 

De parabool van het verlangen

     

     Na vele tientallen jaren, na meerdere generaties, zijn we er eindelijk in geslaagd ons verlangen te vervullen. Het was dit gedeelde verlangen, dat alle inwoners van de stad gemeen hadden, dat ons karakter gaf en onmiskenbare trekken verleende aan onze identiteit. (Heel zorgvuldig verdreven we degenen die het niet deelden, door ze van het openbare leven uit te sluiten, door ze te vervolgen met onze minachting tot we ze gek hadden gemaakt of over de grens hadden gegooid.)

     Het was dit verlangen dat ons onderscheidde, dat ons moed gaf in ogenblikken van benauwdheid en ons kracht gaf om de wisselvalligheden van het dagelijks leven te verdragen. Van vader op zoon herkenden we elkaar in ons verlangen, erfelijk zoals de kromming van de neus of de kleur van het haar. In de loop van de onvermijdelijke reizen die we vaak moesten maken verzamelden we ons in vreemde steden op grond van dit hardnekkige verlangen, dit geheime zegel in ons geheugen.

     Gedurende lange tijd hadden de meeste van onze publieke handelingen, en zelfs de particuliere, als doel het bereiken van ons verlangen. Er waren slachtoffers, dat is duidelijk, want het verlangen wordt heviger door hindernissen en scherper door verdriet. Voor onze slachtoffers maakten we een eregalerij die behouden bleef in de herinnering en op de muren van de gebouwen. Maar het verlangen was er 's ochtends altijd weer en dat gaf kleur aan onze dagen.

     Eindelijk hebben we het bereikt. Zoals iemand die een zware en ontoegankelijke top beklimt. Zoals iemand die, in een labyrint, een uitgang in het oog krijgt. Zoals iemand die naar water zoekt in een put in de woestijn.

     Aanvankelijk vervulde de verwerkelijking van ons verlangen ons met vreugde. We verlieten de beslotenheid van onze huizen - waar het verlangen zich verborg tussen de oude stenen, de vochtplekken en de richels van de plafonds - en we gingen de straat op om feest te vieren. We waren broeders en vrienden. We vergaten beledigingen van vroeger, wrok en jaloezie. Onze huizen, van nature gesloten, stelden we zonder vrees open. We dronken en zongen. We versierden de balkons met slingers, de boulevards met bloemen en we speelden weer op de oude instrumenten die we op zolder hadden bewaard. We hielden optochten door de straten, hielden vlammende toespraken en eerden al degenen die het ongeluk hadden te sterven zonder het geluk van de verwerkelijking van het verlangen te hebben meegemaakt.

     Nu is de euforie opgevolgd door de weemoed. De straten zijn leeg en de gezichten levenloos. Niemand zingt en de huiselijke twisten volgen elkaar op, kleingeestig en wreed. Bovendien is de publieke discussie begonnen. Sommigen beweren dat dit eigenlijk niet ons verlangen was en stellen dat het door zijn verwerkelijking van aard veranderd is. De ouderen doen een beroep op oude kronieken, de archieven en de dichtkunst om de oorsprong van het verlangen aan te tonen. Anderen beperken zich ertoe te suggereren dat we de traditie misschien niet goed uitleggen, of dat die langzaam maar verraderlijk in de loop van de tijd veranderd is. Hoe dan ook, deze discussies kunnen onze moed niet doen herleven. De vermoeidheid vanwege de verwerkelijking van het verlangen is soms een dekmantel voor wrok. Een jongeman zonder scrupules (die we op de juiste wijze zullen straffen) ging zo ver in het openbaar te beweren dat de verwerkelijking van het verlangen dodelijk is en dat onze fout er in bestaan had de vervulling ervan teweeg te brengen in plaats van die hunkerend uit te stellen. Sterker nog: hij zei dat het niet ging om een gebrekkig doel van ons verlangen (zoals sommigen zijn gaan denken) maar om onbegrip voor zijn diepere aard, die er in bestaat het nooit te verwerkelijken. Hij voegde er nog aan toe dat we de jongeren hadden bedrogen door hun te beroven van een verlangen dat ze met de moedermelk hadden ingezogen, dat ze gemeen hadden zoals de huidskleur, en dat ze bovendien verloste van de pijnlijke beklemming van het eenzame verlangen, uitgeleefd in slapeloze, ijlende nachten.

     Slap en leeg door de bevrediging van ons verlangen zwerven we over straat als mensen die iets verloren hebben. We groeten elkaar nauwelijks (zo futloos zijn we), en terwijl het verlangen ooit een aanzet was tot openheid en overgave, maakt ons daarentegen de bevrediging - met als zijn laatste (misschien eeuwige) fase, de lusteloosheid - solitair, naar binnen gekeerd en weinig saamhorig. Daarnaast hebben we, nu ons verlangen is verwerkelijkt, geen vijanden meer tegen wie we ons kunnen verbinden. Omdat niemand zich verzet hebben we geen reden ons te verenigen.

     Enkelen suggereren voorzichtig dat we misschien een ander verlangen zouden moeten uitdenken, maar de suggestie valt in een krachteloze leegte van wil en geest. De bevrediging die het eerdere verlangen ons bezorgde heeft ons zonder verbeeldingskracht en ongelovig achtergelaten. Zoals in het droge land na een overstroming groeit er niets in onze verzadiging. Een dwaas heeft ons doen opmerken dat wat een verlangen verwerkelijkt soms de finaliteit ervan genoemd wordt, een woord waarvan in bijna alle talen een andere betekenis is: het definitieve slot, de dood, de beëindiging, en dat deze samenloop ons had moeten waarschuwen voor de aard van de bevrediging, maar we hebben niet naar zijn commentaar geluisterd omdat we bijna doof en blind zijn. We zijn schepsels zonder weerklank, omdat we niet meer kunnen verlangen.

     

Home Peri Rossi Index
De dankbaarheid is onverzadigbaar
De gevallen engel